Inbreng Carrousel 21 oktober 2021

Onderwerpen: - Vaststellen ontwerp omgevingsvisie - Kleine windmolens, initiatief voorstel - Beersteeg


Inbreng Caroussel dd. 21 oktober 2021

Raadzaal

 

1.   Vaststellen ontwerp omgevingsvisie:

De Omgevingsvisie is van groot belang voor de toekomst van onze gemeente. Waar komt er woningbouw? Hoe voorzien we in onze energiebehoefte? Voedselketens worden weer meer lokaal, grondgebonden landbouw belangrijker. Ook daar is ruimte voor nodig. De recente stikstofplannen stroken hiermee. Kortom Voorzitter, het belang van ál onze inwoners staat hier voorop. Onze inwoners zijn niet gebaat bij onnodige vertraging en stilvallen van de besluitvorming: er is een woningtekort en verduurzaming van de energievoorziening raakt ons allemaal. Onze inwoners mogen van ons verwachten dat de gemeente daarmee voortvarend aan de slag gaat. Om echt door te kunnen pakken met woningen en energie is de Omgevingsvisie hoognodig. Niet over een jaar pas, maar deze raadsperiode al. Wat we hier zien is dat het ontwerp van de Omgevingsvisie uitgebreid en grondig is voorbereid. Er zijn aanpassingen gedaan, wijzigingen doorgevoerd, op basis van de inbreng van zowel onze inwoners alsmede verschillende partijen. Er is zorgvuldig gekeken naar de botsende belangen, couleur locale en er is prioriteit gegeven aan bepalende thema’s. Voorzitter, de VVD vraagt hierin nog steeds aandacht voor ruimte voor alle bestaande bedrijven. Als we beleid willen maken wat onze agrariërs, onze ondernemers binnen de glastuinbouw, uitnodigt om stappen richting de toekomst te zetten, dan zullen we ook meer ruimte daarvoor moeten creëren binnen het omgevingsplan om die bedrijven die tegemoetkomen aan gezamenlijke ambities de ruimte te geven die zij nodig hebben om gewenste veranderingen in hun bedrijfsvoering door te kunnen voeren.

Vraag aan de wethouder: Ziet u in de toekomst ruimte genoeg voor ons agrarisch gebied zodat de land-en tuinbouwsector zich vitaal kan ontwikkelen?

Reactie wethouder: Goed kijken naar de schuifruimte en de visie van de jonge ondernemers!



2.   Kleine windmolens, initiatief voorstel:

Voorzitter, het is goed dat er een nuancering is gekomen, en dat we hiermee ook recht doen aan de mogelijke vraag van onze inwoners op dit gebied. Ik vraag me wel af waar die 40 boerderijen uit het BD staan waar ze nu wel zouden kunnen komen? Het waardevol open gebied is uitgesloten in de beleidsregels. Waardevol open is geen definitie op ruimtelijke plannen maar open wel. Het lijkt erop dat bijna het hele buitengebied open is op ruimtelijkeplannen.nl.

Vraag hierbij is dan ook: Kan er een kaartje komen waar ze wel toegestaan kunnen worden?

 

De wethouder is bezig met het op een eenvoudige manier makkelijk toestaan van kleine windmolens. Op dat plan zijn zienswijzen binnengekomen. Voorzitter, ik zie ook dit initiatief voorstel als een soort van zienswijze op dit plan. Een plan wat in december bij de raad voor zal liggen ter besluitvorming.

Is het dan niet eenvoudiger, belangrijker vooral eenduidiger voor onze inwoners en bedrijven om dat traject te volgen? We hebben destijds de wethouder al de toezegging horen doen om de procedure voor het plaatsen van een kleine windmolen in de praktijk zo eenvoudig mogelijk te laten zijn. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit ook gaat lukken.



Voorzitter, wat ons betreft kan de inhoud van het initiatief voorstel daarbij helpen. Echter, een tweede beslislijn zo kort op het werk in uitvoering is voor niemand wenselijk en kan eerder voor verwarring zorgen. Vandaar de vraag aan de initiatiefnemers of het niet zinvoller is een ander middel in te zetten? Of kan de wethouder bijvoorbeeld de toezegging doen de inhoud van het voorstel te benutten voor wat we in december voorgelegd krijgen als besluit?

 

 

3.   Beersteeg:

Voorzitter, op geen bijzonderheden mbt het bestemmingsplan vanuit de VVD. Wel zijn wij  van mening dat de gestelde €150k per huisje in het project en tegen deze grondprijs niet haalbaar is. Dat was het al niet en in de huidige tijd van stijgende kosten al helemaal niet meer. Bovendien lijkt die norm nergens op gebaseerd (enkel een telefoontje van een ambtenaar aan een medewerker van Rabobank…??)

 


De vraag aan de wethouder is dan ook hoe hij tegen die kosten aankijkt?

 

Tevens de vraag aan de wethouder met welke partijen hij wanneer verder gaat hierin?